top of page

Leentje Tikotin

Den Haag, 1938

Leentjes vader Felix Tikotin handelde in Japanse kunst en had een galerie in Berlijn. In 1933 ontkwam hij naar Amsterdam. De Duits-joodse Eva Licht, die in 1935 naar Nederland was gevlucht, werd zijn secretaresse en assistente. In 1936, tijdens een zakenreis, trouwden zij in New York. Eenmaal terug verhuisden ze naar Den Haag. Kort daarna werd Leentje geboren en een jaar later volgde haar zus Hanneke.

In september 1940 moesten alle niet-Nederlandse joden de kuststreek verlaten en de Tikotins vestigden zich in Alphen aan de Rijn. Toen zij een oproep kregen zich te melden in de Hollandsche Schouwburg besloten ze onder te duiken. De meisjes werden samen ondergebracht en verbleven op ongeveer tien verschillende adressen. Eva Tikotin, die in het verzet zat, regelde soms ook onderduikplekken.

Na de oorlog woonden zij tijdelijk in Nieuwkoop, waar hun huis diende als opvangplek voor familie en vrienden die de kampen hadden overleefd. Eva Tikotin kreeg een inzinking. Na de geboorte van dochter Cecilia in 1946 stortte zij opnieuw in. Ditmaal herstelde zij niet meer. Leentje vond een tweede thuis bij de zionistische 

jeugdbeweging Haboniem en vertrok op haar achttiende naar Israël. Zowel haar jongste zusje als haar moeder pleegden zelfmoord, maar daar werd niet over gesproken. Haar vader overleed in 1986.

Leentjes leven werd overheerst door deze beide zelfmoorden, waar zij zich schuldig over voelde. In 1987 werd in Jeruzalem de organisatie Amcha opgericht, die hulp biedt aan overlevenden van de Holocaust en hun familie. Op een bijeenkomst die werd georganiseerd voor ‘ondergedoken kinderen’ durfde Leentje voor het eerst te spreken over de gevolgen van de Sjoa in haar leven.

Leentje Tikotin, nu Ilana Drukker-Tikotin, is getrouwd en moeder van vier kinderen. Ze werkte bij het Hoge Commissariaat voor Vluchtelingen van de VN in Jeruzalem, en is politiek actief. Ze is voorzitter van de Raad van Bestuur van het Tikotin Museum of Japanese Art in Haifa (Israël), waar de kunstcollectie van haar vader wordt beheerd.

Leentje’s father, Felix Tikotin, traded in Japanese art and had a gallery in Berlin. He ed Germany in 1933 and settled in Amsterdam. The German-Jewish Eva Licht, who ed to the Netherlands in 1935, became his secretary and assistant. In 1936, during a business trip, they got married in New York. Once they returned they moved to the city
of The Hague, nearby the North Sea. Leentje was born shortly afterwards; her sister Hanneke followed a year later.

In September 1940, all non-Dutch Jews were ordered to leave the coastal areas of the Netherlands. The Tikotins then settled in the town of Alphen aan de Rijn. When
they received a call-up to report to the Hollandsche Schouwburg (Dutch Theatre) in Amsterdam – a place where Jews were assembled before they were nally deported to the concentration and death camps – they decided to go into hiding. The girls were housed together at about ten different addresses. Eva Tikotin, who was active in the Resistance, sometimes also arranged these hiding places.

After the war the family took up temporary residence in the town of Nieuwkoop, where their house served as a

haven for family and friends who had survived the camps. Eva Tikotin suffered a nervous breakdown. After the
birth of her daughter Cecilia in 1946, she fell apart again and never fully recovered. In the Dutch Zionist youth movement Haboniem, Leentje found a place she felt at home, and she left for Israel at the age of eighteen. Both her youngest sister and her mother committed suicide, but this was never discussed. Her father died in 1986.

Leentje’s life was overshadowed by these two suicides: she felt very guilty. In 1987, the Amcha Foundation was established in Jerusalem to provide psycho-social support to Holocaust survivors and their families. At a gathering organized for ‘hidden children’, Leentje nally found the courage to talk about how the Shoah had impacted her life.

Leentje Tikotin, now Ilana Drukker-Tikotin, is married and the mother of four children. She used to work for the UN Refugee Agency (UNHCR) in Jerusalem and is politically active. She chairs the Board of the Tikotin Museum

of Japanese Art in Haifa (Israel), where her father’s art collection is housed.

bottom of page