Stichting De Terugkeer
RSIN-nummer: 853815410
Samen weer aan tafel
Harry Visser
Amsterdam, 1929
De vader van Harry, Abraham Visser, was coupeur en bontwerker. Zijn Pelterijenmagazijn Bonthuis ‘Alaska’ was gevestigd op de Ceintuurbaan in Amsterdam, naast bioscoop Rialto. In 1926 trouwde Abraham Visser met Sara de Rooij. Zij kregen vijf kinderen: Maurits, Harry, Kitty en twee nakomertjes, Nico en Eddy. Op vrijdag- avond werd er kippensoep gegeten en Harry had ook korte tijd joodse les. In mei 1942 werd hij bar mitswa, tijdens de bezetting.
Abraham Visser bezocht vanaf midden jaren dertig protestbijeenkomsten over het fascisme en nationaalsocialisme. Toen zijn zwager Nathan de Rooij tijdens de razzia in februari 1941 werd opgepakt, besloot hij dat ze moesten onderduiken. Er volgden emotionele gesprekken in de familie. Harry, die last had van astma- aanvallen, ging met zijn ouders mee naar Vlaardingen. Zijn broer en zus zwierven van onderduikplek naar onderduikplek. De jongste twee werden ondergebracht bij een onderwijzersechtpaar in Utrecht.
Na de oorlog waren zijn broer en zus door de gebeurtenissen getraumatiseerd. Harry wilde niets liever dan reizen; op zijn zeventiende vertrok hij met een schetsboek onder de arm en liet niets meer van zich horen. Terug in Nederland werd hij in 1946 toegelaten tot het Instituut voor Kunstnijverheids-onderwijs Amsterdam (IvKNO, nu Gerrit Rietveld Academie) waar hij de joodse kunstenaar Clara de Jong leerde kennen met wie hij in 1953 trouwde. In 1954 volgde hij een opleiding aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam.
Harry Visser woont en werkt in Amsterdam. De Tweede Wereldoorlog en de Sjoa zijn terugkerende thema’s in zijn werk. Hij was getrouwd met beeldend kunstenaar Clara de Jong (1928-2005).
Harry’s father, Abraham Visser, was a coupeur (cutter) and fur worker. His fur shop ‘Bonthuis Alaska’ was located on Ceintuurbaan in Amsterdam, next to the Rialto Movie Theatre. In 1926 Abraham Visser married Sara de Rooij. They had ve children: Maurits, Harry, Kitty and later in life two more: Nico and Eddy. Chicken soup was traditionally eaten on Friday nights and for a short period Harry followed religious lessons. He made his Bar Mitzvah in May 1942, during the German occupation.
Abraham Visser was interested in politics. From the mid- 1930s he attended several protest meetings against Fascism and National Socialism. When his brother-in-law Nathan de Rooij was arrested during the razzia (roundup) in February 1941, he decided it was time for his family to go into hiding. Emotional conversations followed. Harry, who suffered from asthma attacks, went with his parents to the city of Vlaardingen. His brother and sister were taken from one hiding place to another. A couple living in Utrecht, who were both teachers, hid the youngest two children.
After the war his brother en sister were traumatized by what happened. Harry wanted to do nothing more than travel. When he was seventeen he left with a sketchbook under his arm and broke all contact with his family. After returning to the Netherlands in 1946 he was admitted to IvKNO Art Institute in Amsterdam, now the Gerrit Rietveld Academy. There he met the Jewish artist Clara de Jong whom he married in 1953. In 1954 he attended Amsterdam’s Royal Academy of Visual Arts.
Harry Visser lives and works in Amsterdam. The Second World War and the Holocaust are recurring themes in
his work. Harry Visser was married to artist Clara de Jong (1928-2005).