top of page

Eldad Kisch

Amsterdam, 1937

Eldad werd geboren als tweede zoon van Izaak Kisch en Ina Houthakker, beiden jurist. Zijn moeder zette zich in voor vrouwenvereniging Practisch Palestina Werken. Zijn vader was hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Eldad en zijn oudere broer Hanan (1935) werden opgevoed door een kinderjuffrouw.

Eind 1940 werd Izaak Kisch ontslagen als gevolg van de invoering van de ‘Ariërverklaring’, een niet-jood verklaring voor ambtenaren. Toen begin februari 1941 de Joodsche Raad werd opgericht, trad hij toe tot het bestuur, later legde hij om principiële redenen zijn functie neer. Kisch wist zich te plaatsen op de ‘Van Dam-lijst’, die deel was van het Plan-Frederiks. Het gezin Kisch ging alleen niet naar Barneveld zoals de meesten op de lijst, maar bleef in Amsterdam. Desondanks werd de familie tijdens de laatste razzia in Amsterdam op 29 september 1943 uit huis gehaald. Via Westerbork werden zij in september 1944 naar Theresienstadt gedeporteerd, in dezelfde trein als Eldads grootvader en beide grootmoeders. De twee jongens werden in het kamp aan hun lot overgelaten. Ze ‘scharrelden’ de hele dag naar eten.

Bij terugkomst na de bevrijding, bij het Centraal Station in Amsterdam, werd zijn oma toegeroepen: ‘Ze hadden jullie allemaal moeten vergassen.’ In 1946 kreeg Eldad nog een broer, Ilan. Drie jaar later stierf zijn moeder. In die naoorlogse jaren werd hij met zijn eigen instemming in een pleeggezin geplaatst omdat hij onhandelbaar was; hij deed alles wat niet mocht en kon in de oorlog. Tot op heden heeft Eldad moeite met autoriteit; hij denkt dat dit typerend is voor concentratiekamp-overlevenden.

Na een studie medicijnen emigreerde Eldad Kisch naar Israël, waar hij tot zijn pensioen werkzaam was als endocrinoloog. De laatste tweeëntwintig jaar is hij actief in de Israëlische vredesbeweging Physicians for Human Rights (Artsen voor mensenrechten): artsen en verplegend personeel gaan wekelijks naar de Westbank om daar gratis medische hulp te geven. Hij is getrouwd met Annelien Kroon en zij hebben samen drie kinderen.

Eldad was born as the second son of Izaak Kisch and Ina Houthakker. Both his parents were lawyers. His mother was active in the Women’s Association Practisch Palestina Werken, which supported outreach work in then-Palestine. His father was a professor at the University of Amsterdam. Eldad and his older brother Hanan (1935) were raised by a nanny.

Izaak Kisch was dismissed from his teaching position at the end of 1940 as a result of the mandatory ‘Aryan Declaration’, which civil servants had to sign to establish whether they were Jewish or not. In early February 1941, when the German occupier set up the Jewish Council to facilitate their orders to the Dutch Jewish population and its leaders, Izaak Kisch joined the board. He later resigned for reasons of conscience. Kisch suceeded in having his family placed on the ‘Van Dam-List’, which was part of the so-called Plan-Frederiks. The Kisch family was not taken to the town of Barneveld, like most people on the list,

but were allowed to stay in Amsterdam. Despite having protected status, the family was arrested at home on
29 September 1943 during the last razzia (roundup) in the city. Via the Westerbork transit camp, the family was deported to Theresienstadt in September 1944, on the same train as Eldad’s grandfather and both his grand- mothers. Left to fend for themselves in the camp, the two boys spent their days ‘foraging’ for food.

Upon returning to Amsterdam’s Central Train Station after the Liberation, someone shouted at Eldad’s grandmother: ‘They should have gassed all of you!’ Eldad’s brother Ilan was born in 1946. His mother died three years later. In the years that followed, Eldad agreed to be placed in foster care because of his unruly and wild behaviour – perhaps an attempt to catch up with everything he had missed during the war. To this very day, Eldad has dif culty with authority, a trait that he thinks is typical of concentration camp survivors.

After studying medicine, Eldad Kisch emigrated to Israel where he worked as an endocrinologist until he retired. For the last twenty-two years, he has been active in the Israeli peace initiative Physicians for Human Rights: doctors and nurses who regularly visit the West Bank to provide free medical assistance there. He is married to Annelien Kroon and they have three children.

bottom of page